Volkswagen legt uit waarom de Arteon R geen VR6-motor heeft
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.autovisie.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2020%2F06%2FDB2020AU00981.jpg)
Volkswagen presenteerde deze week de vernieuwde Arteon. Van die vierdeurs coupé – en inmiddels ook de Shooting Brake – verschijnt een rasechte R-variant.
Volkswagen presenteerde de Arteon in 2017 als opvolger van de Passat CC. Al vanaf dat moment sprak de fabrikant over meerdere varianten van die auto. Zo gaf het al aan een Shooting Brake te bouwen, en werd er lang over een sportieve R-variant gesproken. Beide modellen verschenen uiteindelijk deze week. De sportieve Arteon is dus eindelijk geboren.
Meer vermogen
In het vooronder van de Arteon ligt de bekende 2.0-liter TFSI-motor, die in veel sportieve modellen van de Volkswagen Groep wordt gebruikt. Lang werd er voor de Arteon R gesproken over een vermogen van 333 pk. Uiteindelijk stopt Volkswagen ‘maar’ 320 pk. Waarom? Het is volgens de fabrikant inderdaad mogelijk om veel meer vermogen (480 pk is zelfs mogelijk) uit de krachtbron te halen, maar dat kwam de driveability van de Arteon R niet ten goede. “Er zijn bedrijven die dat op een indrukwekkende wijze doen. Maar je moet je altijd afvragen wat meer vermogen met een auto doet. Meer vermogen of koppel kan ervoor zorgen dat een motor niet zo smooth is als onze klanten verwachten. Dus we denken dat dit de juiste getallen zijn.”
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.autovisie.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2020%2F06%2FDB2020AU00930.jpg)
Volkswagen laat ook weten dat het de Arteon R heeft getest met VR6-motor. “Er was veel discussie over welke motor we gingen gebruiken”, geeft de fabrikant aan. “We hebben een aantal testauto’s uitgevoerd met een VR6-motor en een 2.0 TSFI viercilinder. Nadat we al die auto’s hadden gereden, was de keuze eigenlijk makkelijk gemaakt want met deze motor vonden wij de Arteon duidelijk het beste in balans.”
Behendigheid
De fabrikant geeft aan dat het veel ontwikkelingstijd in het onderstel en de torque vectoring heeft gestoken om de auto zo dynamisch mogelijk te maken. “Met de Arteon R moet je in de bocht al kunnen accelereren, en daardoor heb je in de neus een lichte motor nodig die bovendien heel responsief is. De VR6-motor zorgt voor meer vermogen en een hogere topsnelheid, maar de TFSI-viercilinder maakt de auto veel agieler en geeft hem de beste bochtbalans. Dat had onze prioriteit.”
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.autovisie.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2020%2F06%2FDB2020AU00925.jpg)
Als laatste geeft de fabrikant ook toe dat een VR6-motor gewoon niet meer van deze tijd is. “We kunnen niet aan de ene kant bezig zijn om onze CO2-uitstoot flink te verminderen en in te zetten op elektrificatie, en tegelijkertijd aan de andere kant grote en vervuilende VR6-motoren te bouwen. Dat alles bij elkaar maakt dat een viercilinder in de Arteon R gewoon de beste keuze is.”
Lees ook:
Ook interessant
-
Hoe Audi minder auto’s gaat verkopen om meer geld te verdienen
-
In dit land is de Porsche 911 de bestverkochte nieuwe auto
-
De Nissan Ariya Nismo rijdt geweldig, maar heeft één groot nadeel
-
Deze Kia EV4 komt de Volkswagen ID.3 een oplawaai geven
-
Dit prototype van de nieuwe BMW M3 heeft 18.000 Nm koppel!
-
Lucid bouwt volstrekt overbodige elektrische auto’s, vindt het merk zelf
-
Zo zien de compacte Volkswagen ID.1 en ID.2X eruit
-
Goed nieuws voor occasionkoper: prijs gebruikte Tesla is gekelderd
-
Hè hè! Peugeot e-3008 en e-5008 krijgen eindelijk fatsoenlijk vermogen
-
Waarom de Maserati MC20 GT2 Stradale géén heldenmaker is
-
Aston Martin: ‘Onze klanten haten elektrische auto’s!’
-
Zo verdwijnen miljoenen aan EV-subsidie naar het buitenland