Dit zijn de vijf fraaiste uitvoeringen van de iconische Renault 5
Renault domineerde deze week het nieuws, want het liet weten de komende jaren een enorm elektro-offensief uit de hoge hoed te toveren. De moderne opvolger van de Renault 5 gaat daar een grote rol in spelen en werd deze week onthuld. Fans van de geliefde Franse hatchback kunnen daar hun hart mee ophalen. Reden voor ons om terug te kijken naar de vijf fraaiste uitvoeringen van de originele Renault 5.
De Renault Five, zoals het model waarschijnlijk gaat heten, is een fraai eerbetoon aan de geliefde hatchback uit de vorige eeuw. Verschillende details zijn een flinke knipoog naar de verschillende versies van dat model. Kijk bijvoorbeeld naar het oude logo met klassieke Renault-typografie, een paneel naast de verticale achterlichtunits en de platte, dichte neus. Stuk voor stuk elementen waar de liefhebber blij van wordt, en dus kijken we vandaag – in willekeurige volgorde – terug naar de vijf vetste Renaults 5.
Alpine Turbo
Zoals je misschien weet, bracht Renault twee generaties van de 5 uit. Beide generaties kenden een aantal heel fraaie uitvoeringen. Bijvoorbeeld de Alpine Turbo. De Fransen schroefden in het begin van de jaren ’80 een Garrett T3 turbo op de kleine 1400 cc viercilinder en pasten het onderstel aan door dikkere stabilisatorstangen te monteren.
Prachtige details als de schoepenwielen, het driespaaks stuurwiel, luxe velours bekleding, de Turbo-stickers en de (in de meeste gevallen) bijbehorende blauwe Alpine-lak maakten van deze Alpine Turbo een heerlijke hatchback volgens een Frans recept. Want hij had een vermogen van 110 pk, terwijl het gewicht niet boven de 900 kilo uitkwam. Helaas is een groot aantal Alpine Turbo’s inmiddels een prooi voor de roestduivel geworden, waardoor goede exemplaren bijna onvindbaar zijn. Vind je er wél eentje, dan mag je zo 10 tot 15 mille meenemen voor een redelijk exemplaar.
Electrique
Je denkt misschien dat de elektro-aandrijflijn van de moderne Five een primeur is voor de Renault 5, maar niets is minder waar. Er bestond namelijk ooit al een volledig elektrische variant van de allereerste generatie, die door het leven ging als 5 Electrique! Die bouwde de Franse fabrikant in de jaren ’70 in samenwerking met de EDF (Électricité de France), het grootste elektriciteitsbedrijf van Frankrijk.
De EDF wilde fabrikanten destijds al helpen met de ontwikkeling van elektrische alternatieven. De Renault 5 leek er perfect voor geschikt, en dus werd daar een elektro-variant van gemaakt. Om plaats te maken voor de enorme loodzuur accu’s, verwijderde Renault de complete achterbank. De elektro-5 had een topsnelheid van tussen de 60 en 80 km/h en kon zo’n 100 kilometer elektrisch rijden. Hij was ruim 300 kilo zwaarder dan een reguliere 5 en véél duurder door de toevoeging van elektro-techniek, dus het model ging nooit in serieproductie.
Baccara
In de jaren ’80 en ’90 werd de premiummarkt steeds groter en stapten meer en meer fabrikanten in het luxe-segment. Daar wilde Renault destijds ook een graantje van meepikken, en dus introduceerde het een zeer luxe uitrustingsniveau onder de naam Baccara. Die introduceerde het ook op de 5/Supercinq in 1988. Qua ondersteltechniek en aandrijflijn leunde het model op dat van de redelijk sportieve GTX, maar qua afwerking en uitrusting was de Baccara het absolute topmodel.
Stuurbekrachtiging, elektrische ramen, centrale deurvergrendeling, een zonnedak, bijzondere kunststoffen, lichtmetalen wielen, houtfineer en echt Connoly-leer maakten van deze 5 Baccara een ultra-luxe hatchback. Het zijn zaken die je vandaag de dag waarschijnlijk niet als bijzonder ziet, maar bedenk je dat de Renault 5 destijds echt een simpele auto voor een heel groot publiek was. De 5 Baccara was echt bedoeld voor de rijken, die niet keken op een paar duizend euro meer of minder. Het bleek een succes, want de Baccara-uitvoering vond in de jaren daarna ook z’n weg naar andere Renaults. En zoals je misschien weet van zo’n Baccara-uitvoering, had de 5 ook een leren opbergtas onder de hoedenplank. Bijzonder!
GT Turbo
Destijds hadden we het niet in de gaten, maar de jaren ’80 waren de Gouden Eeuw van de hete hatchback. Werkelijk elke autobouwer experimenteerde er lustig op los om een uniek product te ontwikkelen voor de zelfbenoemde rallycoureur. Peugeot leverde waanzinnige versies van de 205 (GTI en Rallye), Daihatsu leverde de Charade GTti waarvan de driecilinder lange tijd als sterkste éénliter ter wereld gold, Opel introduceerde de Kadett GSi, uiteraard allemaal aangewakkerd door het GTI-label dat Volkswagen al eerder op de Golf introduceerde. Zoals gezegd deed Renault ook al een lange tijd mee met sportieve versies van de eerste 5. Na de introductie van de Supercinq kwam daar een legende bij: de GT Turbo.
Menig vijftiger zal nog van de Franse boomklever dromen. De spoilerkit, lichtmetalen wielen en de GT Turbo-stickers rondom doen het bloed sneller stromen, net als het prachtige sportinterieur met allerlei rode details én de analoge turbodrukmeter. Renault koos opnieuw oor een combinatie van carburateurs en een turbo die technisch gezien niet helemaal optimaal was, maar in de praktijk geweldig bleek. Een wagengewicht van 848 kilogram, 120 pk en 165 Nm bleek een geweldig en levensgevaarlijk concept. In de loop der jaren heeft menig GT Turbo het verloren van roest, tuners en grote bomen, waardoor het aanbod bijzonder schaars is. Wie z’n droom-hatch wil bemachtigen, mag inmiddels een flinke zak geld meenemen.
Digitaal meegenieten van de GT Turbo? Rijd mee met Peters Proefrit!
Turbo
Toch is er één Renault 5 die met kop en schouders boven alle genoemde varianten uitsteekt. Dan hebben we het natuurlijk over de Turbo, die tussen 1980 en 1986 werd gebouwd als homologatie-auto. Het concept van de 5 veranderde daarbij volledig. De motor verdween uit de neus en kreeg een plek achter de voorstoelen, die bovendien niet de voor-, maar achterwielen aandreef. Het betrof oorspronkelijk een 1,4-liter Cléon-Fonte-motor, met Bosch-inspuiting en Garrett-turbo, goed voor zo’n 160 pk. Ook het koetswerk van de 5 werd op waanzinnige wijze aangepakt. Let vooral even op de wielkasten. Juist deze verbrede wielschermen vormen de inspiratie voor de voorschermen van de nieuwe Five, zo verklapt Renault-designbaas Gilles Vidal aan Autovisie.
De Turbo 1, zoals die allereerste variant heette, had een aluminium dak en deuren. Het was een kostbaar model om te maken, waardoor Renault al snel een betaalbaarder alternatief introduceerde met een eenvoudigere constructie. Dat was nodig, omdat de vraag naar een 5 Turbo enorm was. Renault was van plan om maar 1000 auto’s te bouwen (dat moest volgens de FIA-regels), maar zag dat er veel vraag was voor het model. De Turbo 2 moest een groter koperspubliek aanspreken door een lagere vanafprijs, terwijl prestaties ongeveer gelijk waren aan het originele homologatiemodel. De Renault 5 Turbo staat in de boeken als een van de meest legendarische hot hatches uit de autogeschiedenis. Alle eerdergenoemde varianten zijn koopjes in vergelijking met de baas der vijfjes, want voor een mooie Renault 5 Turbo betaal je met gemak een ton.
Autovisie maakte in het verleden al eens kennis met een Renault 5 Turbo 1 en z’n eigenaar. Kijk in onderstaande video naar de fabelachtige machine van Radouane Assoud:
Lees ook:
Ook interessant
-
Japanse sportwagen met V6 is nu betaalbare occasion, maar er is een minpunt
-
Zien: deze Lada heeft een kettingzaag-V16
-
Plug-in Toyota RAV4 veel goedkoper, dit kost de SUV in Nederland
-
Fantastische rally-concept Toyota is als occasion wél te krijgen
-
Duik in de prijslijst: dit kost de Cupra Tavascan
-
De BMW M5 Touring is niet voor de poes (en hond)
-
Nederlandse overheid verkoopt dubieuze Dodge Challenger
-
Donkerblauw kenteken op moderne auto of motor: mag dat?
-
Dit is een Hyundai Nexo, maar dan met een stuk meer bepantsering
-
Dit is de eerste elektrische auto van Suzuki
-
Dit is de top 10 populairste occasions van het moment
-
Zo herken je een speedboat in de nieuwe Bertone Runabout