De Maserati Quattroporte III was een supersedan van/voor Italiaanse adel
Voor elk nummer van Autovisie duiken we in onze geschiedenis, en belichten we een auto die vroeger op onze cover stond. Ditmaal is het de Maserati Quattroporte III.
Na het debacle van de op de Citroën SM gebaseerde, zes-cilinder Quattroporte II met voor-wielaandrijving(!) kiest Maserati met de Quattroporte III weer voor een vertrouwde basis, oftewel achter-wielaandrijving en een volvette V8 in het vooronder. Nieuwe eigenaar Alejandro De Tomaso heeft een hekel aan Citroëns en pakt voor de III het platform van de Maserati Kyalami uit de schappen, een zustermodel van de De Tomaso Longchamp die op zijn beurt weer de basis deelt met die andere Italiaanse vierdeurs exoot, de De Tomaso Deauville.
Aloude V8
In tegenstelling tot die laatste heeft de III wel Maserati ’s aloude V8 met vier bovenliggende nokkenassen aan boord. In eerste instantie met 4,2 en 4,9 liter volume, gevoed door vier dubbele Webers en gekoppeld aan een handgeschakelde vijfbak of Chrysler-automaat.
De optie voor de kleinste inhoud vervalt echter na twee jaar al. Ook bij het onderstel gaat alle Citroën-hydraulica overboord. De III krijgt een mooie voorwielophanging met dubbele draagarmen en achter een gecompliceerde multilink-ophanging. Het hoekige design wordt verzorgd door grootmeester Giugiaro, die citeert uit zijn ontwerpen voor de concept-cars Medici I en II. Na de presentatie in 1976 duurt het nog drie jaar voordat de 4porte (pas na twee jaar schrijft men de naam voluit) uit de fabriekspoorten rolt.
Connaisseurs
Zoals alle Maserati’s is het een auto voor connaisseurs die niet bang zijn zelf het stuur ter hand te nemen. Want ondanks de forse afmetingen (de III is bijna 5 meter lang, 2 meter breed en weegt net geen 2 ton schoon aan de haak) is hij dankzij het geraffineerde onderstel te rijden als een sportwagen, mét behoud van comfort.
In 1986 verschijnt de ultieme III, Royale genaamd. Naast een upgrade voor de V8 wordt de toch al niet misselijke uitrusting aangevuld met elektrische stoelen, klaptafeltjes, minibar, auto-telefoon én het befaamde analoge klokje op het dashboard. De III blijkt best succesvol: tussen 1979 en 1990 produceert men 2155 stuks, wat niet gek is voor een handgebouwde auto. Opvolger Quattroporte IV slaat (Italiaans eigenwijs) een totaal andere weg in en evolueert in een compacte, op de Biturbo gebaseerde sportsedan. Pas in 2003, bij het verschijnen van de Quattroporte V, komt de grandeur van weleer weer tot leven.
Aanbod en prijzen
Nadat het model jarenlang in de vergetelheid heeft verkeerd, stijgt de animo voor de Quattroporte III de laatste tijd weer enigszins. De prijzen zijn voor een dergelijke exoot nog steeds redelijk te noemen; met 30.000 euro op zak kun je een goed exemplaar scoren. Je hoeft niet per se de grens over, ook in Nederland staan enkele mooie exemplaren te koop. Houdt er wel rekening mee dat de III om de 5000 kilometer een onderhoudsbeurt nodig heeft en dat de facturen daarvoor meestal niet mals zijn. Zorg dus zoveel mogelijk voor een sluitende onderhoudshistorie.
Lees ook:
Ook interessant
-
Mag je harder rijden dan snelheid aangegeven op blauwe borden?
-
Brandt het airbaglampje van jouw auto: dit moet je doen!
-
Kerstboom op dak auto: zo voorkom je een forse boete
-
De Volvo Amazon van Jaap is… elektrisch?! | Uw Garage
-
Met een standkachel in de auto hoef je nooit meer te krabben
-
Is videobellen tijdens het rijden toegestaan?
-
Je raadt nooit wat er achter in deze unieke hot hatch ligt
-
Mag je zomaar je auto wrappen of spuiten in een andere kleur?
-
Wie is schuld bij aanrijding op gecombineerde in- en uitvoegstrook?
-
Wat is de meldcode van jouw auto en waar kun je hem vinden?
-
Oordopjes of koptelefoon dragen in de auto: mag dat eigenlijk wel?
-
Iemand gaat meer dan 50 miljoen (!) betalen voor deze Mercedes