Stijn Kuster
Stijn Kuster Extra 14 jan 2024
Leestijd: 3 minuten

Covermodel: Coupé Fiat – Zo vond Fiat zijn mojo weer terug

Op het gebied van betaalbare sportwagens heeft Fiat zich altijd kunnen meten met het beste wat Italië in huis heeft. Maar in de jaren 80 gaat het bergafwaarts en worden de sportieve aspiraties vooral aan concerngenoten Alfa Romeo en Lancia overgelaten. Totdat Fiat-baas Paolo Cantarella begin jaren 90 ‘Basta!’ roept en besluit dat Fiat weer meer flair moet krijgen.

Hij voegt de daad bij het woord met de Coupé Fiat (het is dus in de eerste plaats een coupé en dan pas een Fiat…), die niet vies is van wat visueel drama.

Coupé Fiat

Dat kun je aan Chris Bangle wel overlaten, hij tekent de Coupé nog bij Fiats Centro Stile voordat hij bij BMW de designstudio’s op zijn kop zet. Pininfarina doet ook een poging, maar de Fiat-bazen gaan onverwacht voor het eigen voorstel, waarna Pininfarina het ontwerp hertekent tot de Peugeot 406 Coupé. Stel je voor hoe de Fiat er anders had uitgezien… Waarmee we niet insinueren dat de Coupé lelijk is, integendeel, maar het duurt even voordat het netvlies aan het avantgardistische lijnenspel is gewend.

Coupé Fiat
Autovisie nummer 1 uit 1994. (Afbeelding: Autovisie)

De visuele impact is vergelijkbaar met die van een Alfa SZ. De lage neus met koplampen als krokodillenogen die net boven de waterlijn op een prooi loeren, de stompe kont met boven elkaar geplaatste achterlichtjes, een retro tankdop en vooral de ‘zwaardhouwen’ boven de wielkasten vechten om de aandacht. Hij komt het best tot zijn recht in een felle kleur. Het interieur komt wél voor rekening van Pininfarina en heeft een bijzonder, deels in carrosseriekleur uitgevoerd dashboard dat de jaren 60 echoot. En dan te bedenken dat hij op basis van een nederige Fiat Tipo staat… Onder de enorme motorkap liggen twee bekende tweeliter zestienkleppers die uit de Lancia Delta stammen.

Een atmosferische met 140 pk en een turboversie die het tot maar liefst 190 pk schopt. Een serieus snel apparaat dat maar net 7 seconden nodig heeft om de 100 km/h aan te tikken. In 1996 volgen een minimale facelift, een 1.8 16v en twee 2.0 20v vijfcilinders, met en zonder turbo. Die laatste is met 220 pk de snelste Fiat ooit. Al dat vermogen wordt op de weg gebracht met hulp van een viscokoppeling, wat een prima remedie tegen onderstuur blijkt. Autovisie vergelijkt het weggedrag met dat van een Lotus Elan (M100), een groot compliment. Fiat heeft met de Coupé (en de iets later verschenen Barchetta) zijn mojo weer teruggevonden, al is het helaas van korte duur.

De Coupé is te extravert voor het grote publiek, in zeven jaar tijd worden slechts 72.726 stuks bij Pininfarina gebouwd. Een paar speciale edities mogen niet baten. Het hadden er minstens twee keer zoveel moeten zijn. Eind 2000 wordt de productie gestaakt; we wachten nog altijd op een waardige opvolger.

Aanbod en prijzen

De Coupé Fiat verkeert al jaren in de krochten van de autohandel. Het merendeel van het aanbod is verwaarloosd, smakeloos aangepast of allebei. Auto’s in die staat pik je voor een paar duizend euro wel op, maar let op: het onderhoud is prijzig en diverse modelspecifieke onderdelen zijn inmiddels lastig te verkrijgen.

Wil je echt een Coupé, en dat begrijpen we zeker, ga dan voor het hoogst haalbare qua budget. Boven de 10.000 euro komen originele pareltjes met lage kilometerstanden in zicht. Klapstuk is een 2.0 20v met amper 5.000 km op de klok voor net geen 25 mille.

Deze Volkswagen-occasion is de zuinigste auto ooit

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het interessantste autonieuws rechtstreeks in je inbox

Meld je aan voor de Autovisie nieuwsbrief, dan praten wij je ieder weekend bij over het interessantste autonieuws.