Lamborghini Veneno te koop voor astronomisch bedrag
Lamborghini bouwde slechts drie exemplaren van de extreme Veneno. Nu staat een van de auto’s te koop bij een Japanse dealer met een astronomische vraagprijs van 10 miljoen euro.
8.300 euro per gereden kilometer
De drie Veneno’s gingen allemaal naar trouwe fans van Lamborghini. Toch heeft de eigenaar van deze Veneno met serienummer 2 alweer genoeg van de auto. Hij reed er slechts 840 kilometers mee, maar vraagt nu per gereden kilometer wel ruim 8.300 euro méér voor de auto. Toen hij uitkwam moest de hypercar van Lamborghini namelijk drie miljoen euro kosten en nu wordt hij geadverteerd voor net geen tien miljoen euro.
Vijftig jaar
De Veneno werd gebouwd om het vijftigjarig bestaan van het merk te vieren. Hij werd gebaseerd op de Aventador, maar kreeg een lichtere body mee die werd gemaakt van CFRP, Carbon Fiber Reinforced Plastic. Voor de gelegenheid werd de 6,5 liter V12 ook voorzien van 750 pk. Destijds was het ook de snelste Lamborghini ooit, met een topsnelheid van 355 km/h.
20 Aventadors SV
Om het bedrag in perspectief te plaatsen: je koopt er ook twintig nieuwe Aventadors LP750-4 SV voor, die – op de extreme carrosserie na – technisch behoorlijk overeenkomt met de Veneno. Zelfs de 0-100 km/h sprint doen ze even snel: in 2,8 seconden.
Lees ook:
Ook interessant
-
Dit is de eerste elektrische auto van Suzuki
-
Dit is de top 10 populairste occasions van het moment
-
Zo herken je een speedboat in de nieuwe Bertone Runabout
-
Deze Suzuki-occasion is een baby-supercar met vleugeldeuren
-
Voor 2,7 miljoen euro ben je helemaal het Batmannetje
-
Gratis award als je Mercedes 250.000 kilometer op de klok heeft
-
Amerikaanse 4×4 is nu betaalbaar als occasion
-
Opel-topman tegen importheffingen: ‘We moeten zelf concurrerend zijn’
-
Meeste pk’s per euro: deze betaalbare occasion levert 800 pk!
-
Boetes duurder in 2025: zoveel ben je straks kwijt aan bekeuring
-
Officieel! Over twee jaar zitten Porsche-fans huilend bij Ivo Niehe
-
Dat Chinese automerken Europa veroveren, kun je best ‘nepnieuws’ noemen