Dennis Wilman
Dennis Wilman Nieuws 5 jun 2019
Leestijd: 4 minuten

‘Rijhulpsystemen moeten vaker gebruikt worden’

De Europese Unie stelt steeds meer rijhulpsystemen (ADAS) verplicht op nieuwe auto’s, maar automobilisten weten nog niet hoe ze werken. Daarom ondertekenden 42 partners gisteren een convenant om de aandacht op ADAS te vestigen en de verkeersveiligheid te verbeteren.

ADAS (Advanced Driver Assistance Systems)

Volgens de Europese overheid is het verplicht maken van rijhulpsystemen op nieuwe auto’s een belangrijk onderdeel van het terugbrengen van de verkeersdoden en het verhogen van de verkeersveiligheid. Het idee is dat voorzieningen als lane-assist, automatische snelheidsbeperking en noodremsystemen de fouten en/of gebreken van menselijke bestuurders opvangen. Helaas blijkt dit in de praktijk nog niet optimaal te werken. Dit komt voornamelijk door onwetendheid van de gebruikers. Een nieuw convenant moet daar verandering in brengen.

Convenant

Veel gebruikers van de ADAS zijn niet op de hoogte van het feit dat de systemen in hun auto zitten. En als ze het wel weten, dan is vaak onduidelijk hoe ze werken. Dit kan dan weer leiden tot onveilige situaties waarbij mensen schrikken van de ingreep die de auto in bepaalde situaties zelf toepast. Om dit en andere problemen rondom ADAS te trotseren is er gisteren door 42 partijen (waaronder de overheid, RAI Vereniging, ANWB, Bovag en Focwa) het ADAS-convenant ondertekend.

Een van de belangrijkste doelen van de partijen is het inlichten van mensen over de werking van de verschillende ADAS. Daarmee moet het gebruik binnen drie jaar met 20 procent toenemen. Daarnaast gaan de ondertekenaars fabrikanten aansporen om een juiste benaming voor de rijhulpsystemen te gebruiken. Tesla’s Autopilot is hierbij een veel gehoord probleemgeval. De naam van deze feature doet namelijk vermoeden dat de auto volledig autonoom kan rijden terwijl dit niet zo is.

Als fabrikanten goed benoemen wat ADAS zijn en wat ze wel doen én niet doen, zou dat voor meer duidelijkheid en minder problemen moeten zorgen. Op dit moment kiezen veel merken voor een unieke benaming omdat dit commercieel gezien voordeel oplevert, maar dit zorgt voor verwarring bij klanten.

Monteurs

Met de opkomst van verschillende ADAS is er nog een groeiend probleem: monteurs weten niet meer waar ze aan toe zijn. Voor hen is het elke keer de vraag welke auto, welke systemen heeft. Daarom pleiten de leden van het convenant er ook voor dat de aanwezige systemen per auto geregistreerd worden. Dit zou op kentekenniveau gedaan kunnen worden. Voor monteurs maakt dit het makkelijker om te bepalen of ze na reparaties nog ADAS moeten afstellen of niet. Dat voorkomt achteraf weer problemen. Ook voor kopers van tweedehands auto’s zou dit een uitkomst kunnen zijn. Zij kunnen dan makkelijk opzoeken welke systemen de auto wel en niet heeft.

EU

Vroeg of laat krijgen we allemaal te maken met verschillende rijhulpsystemen. De EU heeft namelijk verplicht dat vanaf 2022 alle nieuwe auto’s met elf rijhulpsystemen uitgerust moeten zijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld een noodremsysteem, detectiesystemen voor slaperigheid van de bestuurder, parkeersensoren en rijstrookwaarschuwingssystemen.

Nederland staat hoog op de lijst van landen waar rijhulpsystemen bij de aankoop van een auto meegenomen worden. De precieze cijfers hiervan zijn afhankelijk van welk systeem er gekozen wordt. Ook doen we het verrassend goed als we kijken naar de cijfers over het hele wagenpark. De laatste keer dat dit gemeten is, was in 2016, dus de cijfers zullen sindsdien vermoedelijk gestegen zijn. Zeker als je bedenkt dat elk jaar ongeveer 5% van het wagenpark vernieuwt en de helft daarvan een of meerdere ADAS aan boord heeft.

ADAS penetratie Nederlands wagenpark

BPM

Deelnemers aan het convenant stellen zich als doel om het gebruik van rijhulpsystemen met 20% te laten stijgen. Dit geldt voor alle systemen en moet voor 2022 rond zijn. Maar hierbij lopen ze tegen een ander probleem aan: de altijd vervelende BPM. Deze speelt een grote rol in de acceptatie van de ADAS in auto’s. Want extra opties betekenen vaak extra gewicht en dat betekent op zijn beurt weer een stijging van het te betalen BPM-bedrag. Dit alles resulteert in een hoger aankoopbedrag en dat weerhoudt mensen van het kopen van een nieuwe auto. En de enige manier om meer rijhulpsystemen op de weg te krijgen is door deze aan te schaffen bij een nieuwe auto.

Toch ziet Floris Liebrand van de RAI vereniging de toekomst van het initiatief rooskleurig tegemoet. Hij denkt dat die 20% toename zeker gehaald gaat worden. Hij geeft aan dat het actiepunt vooral in de showroom zal liggen. Het goed informeren van de klant over de systemen en de voordelen voor hen, en de verkeersveiligheid zal al een hoop helpen. Als de overheid dan nog een beetje bijspringt met het financieel aantrekkelijk maken van de veiligheidssystemen, dan zal elke nieuwe auto zijn steentje bijdragen bij het laten afnemen van gewonden of doden in het verkeer. Heel simpel gezegd: een auto met een noodremsysteem heeft aanzienlijk minder kans op een kop-staartbotsing. En met een lagere kans op dit soort ongevallen, zal het aantal doden en gewonden ook afnemen.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het interessantste autonieuws rechtstreeks in je inbox

Meld je aan voor de Autovisie nieuwsbrief, dan praten wij je ieder weekend bij over het interessantste autonieuws.