Hè, hè, eindelijk… De Mercedes-AMG C 63 S Coupé

Daar hebben we hem. Na sufgeteaserd te zijn door Mercedes-Benz, zien we hier eindelijk de Mercedes-AMG C 63 en C63 S Coupé. Verrassend? Niet echt.

Motorisch kennen we de boel al langer. De C 63 en C 63 S Coupé maken gebruiken van dezelfde 4,0 liter twinturbo V8 die ook in de sedan- en stationversie liggen. De krachtbron levert 510 pk en 700 Nm in de S en 476 pk en 650 Nm in de S-loze specificatie.

De C 63 S sprint daarmee in 3,9 seconden van stilstand naar 100 km/h, waarmee hij dat 0,1 seconde sneller doet dan de C 63. De topsnelheid van beide is elektronisch afgeregeld op 250 km/h, maar wie het AMG Driver’s Package op de optielijst aanvinkt mag door naar 290 km/h.

“De ‘uitgeklopte’ wielkasten zijn nodig omdat de AMG een grotere spoorbreedte heeft”

Het vermogen van beide uitvoeringen gaat via een zeventraps automatische transmissie naar de achterwielen, waartussen bij de C 63 een mechanisch sperdifferentieel huist en bij de C 63 S een elektronisch geregeld exemplaar.

Opvallende details aan het uiterlijk zijn de vier uitlaatmonden onder de achterbumper, de twee ‘powerdomes’ op de motorkap, het uitbundigere spoilerwerk en de ‘uitgeklopte’ wielkasten. Die laatste zijn nodig om dat de AMG een grotere spoorbreedte heeft (plus 6,4 cm voor, plus 6,6 cm achter) en bredere wielen (225 voor en 285 achter).

De Mercedes-AMG C 63 en C 63 S Coupé debuteren op de IAA-autoshow in Frankfurt, die half september wordt gehouden. De marktintroductie van beide modellen is volgend jaar maart.