Autovisie Nieuws 19 apr 2018, 12:55

Leestijd: 1 minuut

BMW snijdt drastisch in kosten voor autotentoonstellingen

BMW stapt uit het vaste ritueel om altijd maar deel te nemen aan autotentoonstellingen. Daarnaast gaat de fabrikant de kosten voor deelname sterk beperken. De Duitsers slaan de autoshow in Detroit begin januari over en zal de stand voor de IAA in Frankfurt in oktober 2019 fors verkleinen.

De North American International Auto Show in Detroit is voor de media de belangrijkste autotentoonstelling in de Verenigde Staten, terwijl de IAA elk oneven jaar de vooraanstaande Europese autobeurs in het najaar vormt. Voor de 2019-editie van de IAA geeft BMW al aan een fors kleinere stand te zullen neerzetten. Waar de Duitsers in de afgelopen jaar een complete hal van 11.000 vierkante meter opeisten, daar zal het concern komend jaar genoegen nemen met ‘slechts’ 3.000 vierkante meter. In euro’s uitgedrukt: de kosten gaan van 25 miljoen euro naar maximaal 6 miljoen euro. De fabrikant, dat ook de merken Rolls-Royce en Mini onder zijn hoede heeft, heeft zichzelf een investeringsplafond opgelegd van maximaal zes miljoen euro per autoshow, zo bericht het Duitse Handelsblatt. LEES OOK: Opel en DS slaan Autosalon van Genève 2018 over

Technologiebeurzen

In plaats van deelname aan de traditionele autotentoonstellingen zal BMW zich meer presenteren op technologiebeurzen, zoals de CES in Las Vegas en het Mobile World Congress in Barcelona.

Afvallers

BMW is niet het enige merk dat zijn aanwezigheid op diverse autoshows beperkt. Volvo kondigde jaren geleden aan enkel één autoshow per continent per jaar te doen. Mini, Land Rover, Jaguar, DS, Opel, Mazda, Mitsubishi en Nissan sloegen de laatste jaren geregeld een internationale autoshow over. De allerbelangrijkste autotentoonstellingen wereldwijd zijn die in Genève, Detroit, Parijs, Frankfurt en Shanghai.