Covermodel: Datsun Cherry – bewandelen de Chinezen hetzelfde pad als de Japanners?
Erg consequent in hun naamgeving zijn de Japanners niet als ze een halve eeuw geleden starten met de verovering van het Oude Continent, bijvoorbeeld met de Datsun Cherry. Iets wat je momenteel trouwens ook ziet bij de invasie van Chinese autofabrikanten.
Een allegaartje aan merknamen en typeaanduidingen wordt gebruikt voor dezelfde modellen, en als het niet werkt, wordt het weer veranderd. Dus hoe zullen wij deze Datsun (Nissan) eens noemen? 100A, 120A, Cherry, of toch maar gewoon 1000? Zelfs in de eigen advertenties is Datsun de weg kwijt.
Datsun Cherry op voorpagina Autovisie
Autovisie houdt het destijds op Cherry, dus we zien geen reden om dat nu niet te doen. Die naam komt overigens van de Japanse kersenbloesem, in goed Japans Sakura. De Cherry (codenaam E10) is trouwens de allereerste voorwielaangedreven auto van het Nissan-concern. Het concept is nog ontwikkeld door Prince, voordat de twee bedrijven samengingen.
Het is een belangrijke auto voor de Europese markt, waar veel lokale merken druk zijn met de transitie naar voorwielaandrijving. Het technisch concept van de E10 lijkt sterk op wat BMC voor zijn compacte modellen gebruikt, waarbij de versnellingsbak in het motorcarter huist. Zelfs het gierende geluid komt overeen. In eerste instantie levert Datsun de Cherry als twee- en vierdeurs sedan met een éénliter motor onder de kap, de 100A. Een jaar later volgt een 10 pk sterkere 1,2-liter, de 120A, die alleen verkrijgbaar is als nogal smaakgevoelige driedeurs Coupé, met een opvallende hoge rug en enorme C-stijlen.
Over het uitzicht naar achteren zullen we het maar niet hebben. Daarna volgt een driedeurs Estate. De Cherry verkoopt uitstekend, met rijeigenschappen die zich kunnen meten met die van de concurrentie en betrouwbare techniek. Al in 1974 verschijnt de iets grotere opvolger F10, met typeaanduidingen als Cherry, 100A F-II, 120A F-II, of simpelweg F10 wederom onnavolgbaar genaamd.
De F10 heeft het moeilijker op de markt, mede door de aanhoudende populariteit van de E10, die tot 1977 in productie blijft. In 1978 komt enige ratio in het aanbod met de introductie van de hoekige N10, die zowel de E10 als F10 opvolgt en in Japan Pulsar en bij ons Cherry heet.
Niet lang daarna verdwijnt de merknaam Datsun en wordt Nissan de wereldwijde merknaam. Het succes in Europa is grotendeels te danken aan de Cherry. Hoeveel populairder had Nissan kunnen zijn met een duidelijker naamgeving?
Aanbod en prijzen
Aartsvijand nummer één van de Cherry is roest. De techniek is betrouwbaar, maar overleefde in het Noord-Europese klimaat vaak de carrosserie. Dat maakt dat een goede E10 lastig te vinden is. De diversiteit in namen maakt het zoeken lastig, maar via Google vinden we wel het een en ander.
De meeste zijn niet duur maar behoeven een (onrendabele) restauratie eer ze weer de weg op kunnen. We vinden echter ook een frisse groene Cherry 100A uit 1975, vraagprijs 7.750 euro. Wie een E10 Coupé wil, zal vooral een hoop geduld moeten hebben.
Lees ook:
Ook interessant
-
Covermodel: Austin Montego – meer konden ze er niet van maken
-
Covermodel: Peugeot 404 heeft onverwoestbare status eerlijk verdiend
-
Covermodel: de Glas 1300/1700 GT is een vergeten parel uit de jaren 60
-
Covermodel: Panther Kallista – geen neo-klassieker meer
-
Covermodel: Ford Shelby GR-1 met 6,0-liter V10
-
Covermodel: Ford Cortina Mk1 – beter dan zijn Duitse neef
-
Covermodel: TE 2800 – lekkerste Opel Manta komt uit Vlaanderen
-
Covermodel: Honda Jazz (AA) – liep te ver voor de muziek uit.
-
Covermodel: Mercedes-Benz SLK Concept 1: te mooi voor werkelijkheid
-
Mag je harder rijden dan snelheid aangegeven op blauwe borden?
-
Brandt het airbaglampje van jouw auto: dit moet je doen!
-
Kerstboom op dak auto: zo voorkom je een forse boete